De legendarische Pieter snellen

Pieter Cornelius Tobias Snellen (Rotterdam, 1833 - 1911).

Snellen was aan het eind van zijn leven één van de oudste entomologen in Nederland. Weinig voorouders hielden zich bezig met de natuur. Zijn grootvader en betovergrootvader waren arts, maar zelf werd hij later koopman. Zonder daarvoor ooit een opleiding voor gevolgd te hebben. Over zijn ouders is nooit geschreven. Als geboren en getogen Rotterdammer hield hij zich veel bezig met de vlinders uit het stedelijk district. Die interesse voor vlinder ontstond al op 9 jarige leeftijd, toen hij rupsen in de eigen tuin opkweekte. Gelange tijd woonde hij in de Wijnhaven van Rotterdam, een deel van de stad die bezweek tijdens het Duitse bombardement van 14 mei 1940. Tegenwoordig is hier de Hogeschool van Rotterdam gevestigd.

Gedurende zijn leven schreef hij meer dan 250 publicaties over vlinders en microlepidoptera waren vaak het onderwerp. Het grootste deel van de artikelen verscheen in het blad Tijdschrift voor Entomologie, waar hij gelange tijd deel uitmaakte van de redactie. Hij werd op 18 jarige leeftijd lid van de Nederlandse Entomologische Vereniging, en ook daar had hij jarenlang een prominente rol, als voorzitter, van zijn 56 tot 60e levensjaar. Het was niet zijn enige lidmaatschap, hij had nog dertien bekende lidmaatschappen in binnen- en buitenland, zoals van de entomologische verenigingen in Argentinië, Londen, Dresden, Wiesbaden, Frankfurt, Namen en Stockholm. Snellen stond vaak vooraan in de rij, was prominent aanwezig in persoon en in kennis.

Internationaal hield hij de relaties warm met entomologen die voeren naar het koloniaal gebied, zij brachten regelmatig vlinders mee uit Nederlands-Indië. De meegenomen dieren werden dan door Snellen op naam gebracht, of beschreven. Snellen beschreef in zijn hele leven 955 soorten nieuw voor de wetenschap.
Zelf bezocht hij diverse malen Indië en andere verre oorden, zoals Argentinië, delen van Afrika, Noord-Azie en de Fillipijnen, in het kader van het beroep als handelsreiziger.

Tussen zijn 42e en 53e levensjaar had hij voorts ook zijn eigen handelsonderneming in verfwaren, maar toen daar een einde aan kwam wist hij zich voor de volle 100% aan de vlinders te wijden. Eén van deze mensen waar hij een vruchtbare samenwerking mee vond, dat was Marinus Piepers, waarmee hij schreef over de dagvlinders op Java, genaamd "The Rhopalocera of Java". Ook de drie delen van "Vlinders van Nederland" was één van de publicaties die hij in de laatste jaren als winkelier had geschreven. In Nederland is dit het meest beroemde vlinderboek geworden, waar Snellen zijn voornaamste inlandse bekendheid aan te danken heeft.

Internationaal had hij veel aanzien door de vlotte correspondentie met diverse beroemde verzamelaars uit die tijd. Niet alleen zijn vele soortbeschrijvingen maakten hem bekend, ook zijn kennis was reusachtig. Contacten waren onder andere Eduard Hering (niet te verwarren met de latere Martin Hering), Herman von Heinemann, Henri de Graaf, Gottlieb Herrich-Schäffer, Otto Staudinger en Henry Tibbats Stainton. Met De Graaf schreef hij sporadisch over de nieuwe soorten microlepidoptera die in Nederland waren gevonden. Eenmaal thuis vertoefde hij vaak in eenzaamheid, teruggetrokken, in zijn studiekamer. Hij had een uitstekende kennis opgebouwd van de microlepidoptera, met name de Pyralidae en diverse zak dragende vlinders, zoals de Psychidae. Het boterde niet altijd tussen zijn collega Heylaerts, die zich ook wel bezighield met de laatstgenoemde groep. Zodra Snellen zijn zin niet kreeg, dan kon hij zich even flink (publiekelijk!) opwinden, maar dit had volgens omstanders ook wel weer zijn charme van een gedreven ambitieus man.

Zijn collectie, gevestigd in zijn "blauwbaardkamer", was divers en alles was piekfijn opgezet. Hoewel zijn kamer verder stoffig en rommelig was, was de collectie altijd blinkend. Het verhaal bestaat, dat hij in zijn kamer een beroerte kreeg met een vlinderlade in zijn handen, waarbij hij tijdens de val de lade met de opgespelde vlinders in bescherming nam. De beroerte vermoeilijkte het functioneren in de laatste jaren van zijn leven wel, waarbij hij structureel rust diende te nemen, tot hij overleed op 78 jarige leeftijd.


▲ Snellen's mineermot (Stigmella zelleriella) werd voor het eerst in Den Haag gevonden door Snellen en
door hem beschreven in 1875.





Snellen in 1889.


Snellen rond 1860.
 

Bibliografie (samengesteld door Tymo Muus)

Snellen, P. C. T. 1858 a: Over het wijfje van Fidonia progemmaria Hübn. - Tijdschrift voor Entomologie 1: 28-31.
Snellen, P. C. T. 1858 b: Eenige opmerkingen omtrent de eerste toestanden en leefwijze van sommige soorten onze inlandsche Macrolepidoptera. - Tijdschrift voor Entomologie 1: 99-131.
Snellen, P. C. T. 1859: Mededeelingen over Nederlandsche Lepidoptera. – Tijdschrift voor Entomologie 2: 79-85.
Snellen, P. C. T. 1861: Mededeelingen over Nederlandsche Lepidoptera. 2. – Tijdschrift voor Entomologie 4: 88–100.
Snellen, P. C. T. 1862 a: Notice sur la faune lépidopterologique de l’ Ile de Sicile. – Tijdschrift voor Entomologie 5: 100–105.
Snellen, P. C. T. 1862 b: Over twee verscheidenheden van inlandsche vlinders. – Tijdschrift voor Entomologie 5: 111–112, 5 pls.
Snellen, P. C. T. 1862 c: Aanteekeningen over Nederlandsche Lepidoptera. – Tijdschrift voor Entomologie 5: 172–180.
Snellen, P. C. T. 1862 d: Determinatie der Lepidoptera, afgebeeld in het werk, getiteld: Beschouwingen der wonderen gods, in de minstgeachte schepselen of Nederlandsche insecten, in hunne aanmerkelijke huishouding, verwonderlijke gedaanteverwisseling, en andere wetenswaardige bijzonderheden, volgens eigen ondervinding beschreven, naar ‘t leven naauwkeurig getekend, in ‘t koper gebragt en gekleurd, gevolgd van een register der Hollandsche en Latijnscha namen in dit werkvoorkomende door Jan Christiaan Sepp, 1e serie, deel 1-8.
Snellen, P. C. T. 1863: Notice sur la Boletobia fuliginaria L. – Tijdschrift voor Entomologie 6: 87–89.
Snellen, P. C. T. 1864: Quelques remarques sur le catalogue des lépidoptères d’ Europe et des pays limitrophes de MM Staudinger et Wocke. – Tijdschrift voor Entomologie 7: 174–204.
Snellen, P. C. T. 1865 a: Over Agrotis ripae Hubn. – Tijdschrift voor Entomologie 8: 70–72, 2 pls.
Snellen, P. C. T. 1865 b: Lepidopterologische aanteekeningen. – Tijdschrift voor Entomologie 8: 94–97, 2 figs.
Snellen, P. C. T. 1865 c: Iets over het onderzoeken der vleugel aderen bij de vlinders. – Tijdschrift voor Entomologie 8: 104–105.
Snellen, P. C. T. 1865 d: De rups van Gelechia terrella W. V. – Tijdschrift voor Entomologie 8: 131.
Snellen, P. C. T. 1865 e: Aanteekening over Cemiostoma susinella Herr. Sch. – Tijdschrift voor Entomologie 8: 157–158.
Snellen, P. C. T. 1866 a: Entomologische aanteekeningen. – Tijdschrift voor Entomologie 9: 61–66.
Snellen, P. C. T. 1866 b: De inlandsche soorten van het geslacht Eupithecia Curtis. – Tijdschrift voor Entomologie 9: 97–168, pl 3-6.
Snellen, P. C. T. 1867 a: De vlinders van Nederland: Macrolepidoptera, systematisch beschreven. xi; 763; 4 b/w pl.
Snellen, P. C. T. 1867 b: De rups van Depressaria ultimella, Stainton - Tijdschrift voor Entomologie 10: 26-30.
Snellen, P. C. T. 1867 c: Kleine entomologische aanteekeningen. – Tijdschrift voor Entomologie 10: 120–125.
Snellen, P. C. T. 1868: Aanteekeningen op Herrich - Schäffer’s Prodromus systematics Lepidopterorum, in het Correspondenz - Blatt des Zoologisch - Mineralogischen Vereins 1864, p. 89 enz. – Tijdschrift voor Entomologie 11: 120–125.
Graaf, H. W. de, Snellen, P. C. T. 1868: Microlepidoptera als nieuw voor de fauna van Nederland opgegeven in de algemeene vergadering van 13 Julij 1867. - Tijdschrift voor Entomologie 11: 49-84.
Graaf, H. W. de, Snellen, P. C. T. 1869: Microlepidoptera, nieuw voor de fauna van Nederland, opgegeven in de vergadering van 19 December 1868. - Tijdschrift voor Entomologie 12: 203–215.
Snellen, P. C. T. 1869 a: Aanteekening over Chloantha hyperici WV (Ochsr en Tr V 5.67 - v. Heinem, Grossschmett. p 561). – Tijdschrift voor Entomologie 12: 175–177.
Snellen, P. C. T. 1869 b: Lepidopterlogische aanteekeningen. – Tijdschrift voor Entomologie 12: 221–229.
Snellen, P. C. T. 1870 a: Aanteekeningen over Nederlandsche Lepidoptera. – Tijdschrift voor Entomologie 13: 76–94.
Snellen, P. C. T. 1870 b: Naschrift tot de aanteekening over Chloantha hyperici WV. – Tijdschrift voor Entomologie 13: 75.
Snellen, P. C. T. 1870 c: Aanteekeningen over de Europesche soorten der Cymatophorina. – Tijdschrift voor Entomologie 13: 106–109.
Snellen, P. C. T. 1870 d: Aanteekeningen op Sr. Herrich - Schäffer’s Prodromus systematicus lepidopterorum (vervolg). – Tijdschrift voor Entomologie 13: 138–141.
Snellen, P. C. T. 1871: Ontdekking eener voor de fauna van Nederland nieuwe noctuine. – Tijdschrift voor Entomologie 14: 189.
Graaf, H. W. de, Snellen, P. C. T. 1871: Microlepidoptera als nieuw voor de fauna van Nederland. - Tijdschrift voor Entomologie 14: 232-236.
Heinemann, H. C., Snellen, P. C. T. 1872: Een nieuwe soort van Butalis. - Tijdschrift voor Entomologie 15: 280-284.
Snellen, P. C. T. 1872: Bijdrage tot de Vlinder-fauna van Neder-Guinea, Zuidwestelijk gedeelte van Afrika. - Tijdschrift voor Entomologie 15: 1-110, 8 pls.
Snellen, P. C. T. 1873 a: Eenige aanteekeningen op Catalog der Lepidopteren des Europäischen Faunengebietes bearbeitet von Dr O Staudinger en Dr M Wocke. – Tijdschrift voor Entomologie 16: 36–60.
Snellen, P. C. T. 1873 b: Lepidoptera van het Prinsen - Eiland (Ilha - do - Principe), verzameld door J Keulemans. – Tijdschrift voor Entomologie 16: 71–74, pl. 4.
Snellen, P. C. T. 1873 c: Kleine lepidopterologische aanteekeningen. – Tijdschrift voor Entomologie 16: 123–125.
Heylaerts, F. J. M. jr, Snellen, P. C. T. 1873: Een lepidopterologisch uitstapje naar de Peel. – Tijdschrift voor Entomologie 16: 126–130.
Graaf, H. W. de, Snellen, P. C. T. 1873: Microlepidoptera als nieuw voor de fauna van Nederland. - Tijdschrift voor Entomologie 16: 26-35; 231-235.
Graaf, H. W. de, Snellen, P. C. T. 1874: Microlepidoptera als nieuw voor de fauna van Nederland. - Tijdschrift voor Entomologie 17: 225-228.
Snellen, P. C. T. 1874: Opgave der Geometrina en Pyalidina in Nieuw Granada en op St. Thomas en Jamaica verzameld door W Baron von Nolcken, met beschrijving en afbeelding der nieuwe soorten. – Tijdschrift voor Entomologie 17: 108, pl. 1-7.
Snellen, P. C. T. 1875 a: Vier nieuwe soorten van het genus Nola Leach. - Tijdschrift voor Entomologie 18: 63-69 + pl. 6.
Snellen, P. C. T. 1875 b: Drie nieuwe choreutinen. – Tijdschrift voor Entomologie 18: 70–78, pl. 6.
Snellen, P. C. T. 1875 c: Nepticula zelleriella nov. sp. - Tijdschrift voor Entomologie 18: 113-117 + pl. 7 fig. 1-4.
Snellen, P. C. T. 1875 d: Opgave der Geometrina en Pyralidina, in Nieuw Granada en op St. Thomas en Jamaica verzameld door W. Baron von Nolcken, met beschrijving en afbeelding der nieuwe soorten. Tweede Afdeeling: Pyralidina. - Tijdschrift voor Entomologie 18: 187-264, pls 11-14.
Graaf, H. W. de, Snellen, P. C. T. 1875: Microlepidoptera als nieuw voor de fauna van Nederland. - Tijdschrift voor Entomologie 18: 109-112.
Snellen, P. C. T. 1876 a: Dactylota Kinkerella, nieuw genus en soort der Gelechiden uit Nederland. - Tijdschrift voor Entomologie 19: 23-27, pl. 1.
Snellen, P. C. T. 1876 b: Aanteekening over Oinophila v-flava Haw., Tinea nigripunctella Haw., Tinea parietariella Bruand en Coryptilum klugii Zeller. – Tijdschrift voor Entomologie 19: 51–53.
Snellen, P. C. T. 1876 c: Over Oligostigma Guenée, een genus der Pyraliden. - Tijdschrift voor Entomologie 19: 186-209, pls. 8-9.
Piepers, M. C., Snellen, P. C. T. 1876: Lepidoptera van Batavia (eiland Java). – Tijdschrift voor Entomologie 19: 138–167, pl. 7.
Snellen, P. C. T. 1877 a: Heterocera op Java verzameld door Mr. M. C. Piepers, met aanteckeningen en beschrijvingen der nieuwe soorten. - Tijdschrift voor Entomologie 20: 1-50, pls 1-3.
Snellen, P. C. T. 1877 b: Lepidoptera, op Sumatra verzameld, voornamelijk in Atchin, door J. J. Korndörffer, Kapitein 1ste klasse, Oud-Kommandant van het Detachement Mariniers in Atchin, met Beschrijving van eenige nieuwe soorten. - Tijdschrift voor Entomologie 20: 65-79, pls 5-6.
Snellen, P. C. T. 1877 c: Aanteekening over de Europesche soorten van het geslacht Pancalia Steph. – Tijdschrift voor Entomologie 20: 84–89.
Snellen, P. C. T. 1878 a: Acrolepia valeriella ZELLER nov. sp.- Tijdschrift voor Entomologie 21: 44-47 + pl. 2.
Snellen, P. C. T. 1878 b: Aanteekening over Phalaena stratonice Cramer. – Tijdschrift voor Entomologie 21: 115–118.
Snellen, P. C. T. 1878 c: Nieuwe exotische tineinen van 's Rijks Museum van Natuurlijke Historie te Leiden. Tijdschrift voor Entomologie 21: 129–147, 2 pls.
Snellen, P. C. T. 1878 d: Twee nieuwe Zuid-Amerikaansche geometrinen. – Tijdschrift voor Entomologie 21: 148–152, 8 pl.
Piepers, M. C., Snellen, P. C. T. 1878: Opgave van en aanteekeningen over Lepidoptera in zuid-west Celebes verzameld, met aanteekeningen en beschrijving der nieuwe soorten. – Tijdschrift voor Entomologie 21: 1–43, pl. 1.
Piepers, M. C., Snellen, P. C. T. 1879: Lepidoptera van Celebes, met aanteekeningen en beschrijving der nieuwe soorten. – Tijdschrift voor Entomologie 22: 61–126, pl. 6-10.
Snellen, P. C. T. 1880 a: Beschrijving eener nieuwe sphingide, Metafastes piepersi, van Java (Kedirie). – Tijdschrift voor Entomologie 23: 21–23.
Snellen, P. C. T. 1880 b: Lepidoptera van Celebes, verzameld door mr. MC Piepers, met aanteekeningen en beschrijvingen der nieuwe soorten: Noctuina. – Tijdschrift voor Entomologie 23: 41–139, pl. 4-8.
Snellen, P. C. T. 1880 c: Nieuwe Pyraliden op het Eiland Celebes gevonden door Mr. M. C. Piepers. - Tijdschrift voor Entomologie 23: 198-250.
Snellen, P. C. T. 1880 ["1892"]: Lepidoptera. Pp. 1-92, 5 pls 1-5. - In: Veth, P. J., Midden-Sumatra. Reizen en onderzoekingen der Sumatra-Expeditie uitgerust door het aardrijkskundig genootschap 1877-1879. 4 (1) 4 (8). - E. J. Brill, Leiden.
Graaf, H. W. de, Snellen, P. C. T. 1881 a: Microlepidoptera als nieuw voor de fauna van Nederland: laatste vervolg. - Tijdschrift voor Entomologie 24: 109-114.
Snellen, P. C. T. 1881 b: Aanteekening over eenige Lepidoptera van Amboina en de Philippijnsche eilanden. - Tijdschrift voor Entomologie 24: 127-131.
Snellen, P. C. T., 1882 a: De vlinders van Nederland. Microlepidoptera, systematisch beschreven. – Leiden, I-XIII, 1-1197, 13 pls.
Snellen, P. C. T. 1882 b: Beschrijving eener nieuwe Javaansche Phycide, Ephestia guttella. - Tijdschrift voor Entomologie 25: 213-214.
Snellen, P. C. T. 1883 a: Nieuwe of weinig bekende Microlepidoptera von Noord-Azie, met afbeeldingen (Plaat 11, 12 en 13) door Dr. J. VAN LEEUWEN Jr. ("Tortricina") — Tijdschrift voor Entomologie 26: 181-228.
Snellen, P. C. T. 1883 b: Lepidoptera van Celebes verzameld door Mr. M. C. Piepers, met aanteckeningen en beschrijving der nieuwe soorten. Tweede afdeeling: Heterocera. IV. Pyralidina.. - Tijdschrift voor Entomologie 26-27: vol. 26: 119-144, pls 6-8; vol. 27: 35-54, pls 3-5.
Snellen, P. C. T. 1884 a: . Pp. 159. - In: Romanoff, N. M., Mémoires sur les Lépidoptères 1. - , St. Petersburg.
Snellen, P. C. T. 1884 b: Nieuwe of weinig bekende Microlepidoptera van Noord-Azie. - Tijdschrift voor Entomologie 27: 151-196.
Snellen, P. C. T. 1885: Descritption d'un nouveau genre de Pyralides. Pp. 195-200, pl. 11. - In: Romanoff, N. M., Mémoires sur les Lépidoptères, Tome 2.
Snellen, P. C. T. 1887 a: Beschrijving van Cyclodes spectans Snell. aene nieuwe soort der Noctuinen van Amboina. Entomologische Nachrichten 2: 228 + 8 figs.
Snellen, P. C. T. 1887 b: Bijdrage tot de kennis der Lepidoptera van het eiland Curaçao. - Tijdschrift voor Entomologie 30 (1886-1887): 9-66, pls 3-5.
Snellen, P. C. T 1887 c: Un nouveau genre de Pyralides. Entomologische Nachrichten 11: 155-161.
Snellen, P. C. T. 1888: Aanteekeningen over Nederlandsche Lepidoptera. - Tijdschrift voor Entomologie 32: 29-72.
Snellen, P. C. T. 1890 a: A catalogue of the Pyralidina of Sikkim collected by Henry J. Elwes and the late Otto Möller, with notes by H. J. Elwes. - Transactions of the Entomological Society of London: 557-647, pls 19-20.
Snellen, P. C. T. 1890 b: Aanteekeningen over Lepidoptera schadelijk voor het suikerriet. - Mededelingen Proefsten W. Java. Kagok-Tegal 1: 94, 97.
Snellen, P. C. T. 1892 a: Lepidoptera / door P.C.T. Snellen met eene inleidung door Joh. F. Snelleman. Brill, Leiden. Natuurlijke historie Midden-Sumatra. Achtste afdeeling. 101 pp, pls 1-5.
Snellen, P. C. T. 1892 b: Bijdrage tot de Kennis der Pyralidina. - Tijdschrift voor Entomologie 35: 152-178, pl. 10.
Snellen, P. C. T. 1893: Beschrijving en Afbeelding van eenige nieuwe of weinig bekende Crambidae. - Tijdschrift voor Entomologie 36: 54-66, pl. 3.
Snellen, P. C. T. 1894: Glyphodes jaculalis, nieuwe soort der Pyraliden. - Tijdschrift voor Entomologie 38: 177-179.
Snellen, P. C. T. 1895: Aanteekeningen over Pyraliden met Beschrijving van nieuwe Genera en Soorten. - Tijdschrift voor Entomologie 38: 103-161, pls 5-6.
Snellen, P. C. T. 1899: Eenige aanteekeningen over Pyraliden. - Tijdschrift voor Entomologie 41 (1898): 173-193, pls. 8-9.
Snellen, P. C. T. 1899 a: . - Tijdschrift voor Entomologie 41: 179.
Snellen, P. C. T. 1899 b: Nieuwe Aanteekeningen over Pyraliden. - Tijdschrift voor Entomologie 42 (1-2): 58-95, pls 3-4.
Snellen, P. C. T. 1900: . - Tijdschrift voor Entomologie 43: .
Snellen, P. C. T. 1901 a: Aanteekeningen over Pyraliden. - Tijdschrift voor Entomologie 43 (1900): 265-310, pls 15-17.
Snellen, P. C. T. 1901: Enumeration des Lepidopteres Heteroceres receuillis a Java par Mr. M. C. Piepers avec des notes par Mr. P. C. T. Snellen. – Tijdschrift voor Entomologie 43: 37–45.
Snellen, P. C. T. 1901 b: . - Tijdschrift voor Entomologie 44: 63.
Piepers, M. C., Snellen, P. C. T. 1909-1918: The Rhopalocera of Java. With the collaboration of H. Fruhstorfer. M. Nijhoff, 's Gravenhage:
Volume 1 (1909). Pieridae. xxiv + 74 pp., pls. 4 pls.
Volume 2 (1910). Hesperidae. xxvi + 72 pp., pls. 5-10.
Volume 3 (1913). Danaidae, Satyridae, Ragadidae, Elymiadae, lxvi + 81 pp., 8 pls.
Volume 4 (1918). Erycinidae, Lycaenidae, xlv + 112 pp., 9 pls.
Snellen, P. C. T. 1905: Aanteekeningen over Nederlandsche Lepidoptera. – Tijdschrift voor Entomologie 48 (1-3): 22–32.
Snellen, P. C. T. 1906: Aanteekeningen over Nederlandsche Lepidoptera. – Tijdschrift voor Entomologie 49 (4): 199–214.
Piepers, M. C., Snellen, P. C. T. 1906: Énumération des lépidoptères hétérocères de Java. – Tijdschrift voor Entomologie 49 (2-3): 29–34.
Snellen, P. C. T. 1907 a: Aanteekeningen over Nyctemera tenuifascia Snell. – Tijdschrift voor Entomologie 50 (2-3): 115–116.
Snellen, P. C. T. 1907 b: Aanteekeningen over Nederlandsche Lepidoptera. – Tijdschrift voor Entomologie 50 (1): 17–26.
Snellen, P. C. T. 1908 a: Batrachedra myrmecophila Snell. nov. spec. – Tijdschrift voor Entomologie 51(2): 181–184 + 5 pl.
Snellen, P. C. T. 1908 b: Aanteekeningen over Nederlandsche Lepidoptera. – Tijdschrift voor Entomologie 51 (1): 14–24.
Snellen, P. C. T. 1909: Aanteekeningen over Nederlandsche Lepidoptera. – Tijdschrift voor Entomologie 52 (3-4): 178–190.
Snellen, P. C. T. 1910 a: Lophosoma ? sarah Snell. – Tijdschrift voor Entomologie 53(3-4): 282–284.
Snellen, P. C. T. 1910 b: Aanteekeningen over Nederlandsche Lepidoptera. - Tijdschrift voor Entomologie 53(3-4): 312-327.
 
 
Home | Contact | © Afdeling Snellen van de Nederlandse Entomologische Vereniging.